Energieprojecten die de rijksoverheid coördineert, vallen onder de Omgevingswet. Deze projecten doorlopen nu de projectprocedure (voorheen rijkscoördinatieregeling-procedure). De projectprocedure bestaat uit twee fasen: de verkenningsfase en de planuitwerkingsfase.
Verkenningsfase
In de verkenningsfase worden de verschillende mogelijkheden voor routes en locaties onderzocht. De procedure start met bekendmaking van het voornemen en het voorstel voor participatie (hoe de omgeving wordt betrokken). Op basis van adviezen en inbreng uit de omgeving wordt het onderzoeksplan opgesteld (de Notitie Reikwijdte en Detailniveau). Hierna worden onderzoeken gedaan naar onder andere milieu, kosten, haalbaarheid en toekomstvastheid.
De resultaten van deze onderzoeken worden uitgewerkt in een milieueffectrapport (MER) en Integrale effectenanalyse (IEA). Aan het eind van de verkenningsfase maakt de minister van Klimaat en Energie, samen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een keuze voor de locatie of route van het project.
Planuitwerkingsfase
Na het vaststellen van de route of locatie begint de planuitwerkingsfase. In deze fase wordt de locatie voor het project gereserveerd en in meer detail uitgewerkt. Zo komen er gedetailleerdere onderzoeken voor de gekozen locatie naar milieu, techniek en kosten. Op basis daarvan worden het projectbesluit en de vergunningen en ontheffingen opgesteld. Deze liggen ter inzage, voordat ze definitief worden.
Inspraakmomenten
Op verschillende momenten in deze procedure is het mogelijk om te reageren. Meer informatie is te vinden op de website rvo.nl.